Reeds sinds de Romeinen tot een belangrijk deel in de 19de eeuw was het gebruik van kalkmortels de standaardmortel, en dit zowel voor het metselwerk als de voegwerken.
En ook al is deze populariteit sterk afgenemen, we zien vandaag een vernieuwde belangstelling vanwege de duurzaamheid, de elasticiteit en de positieve ecologische eigenschappen van de kalkmortels.
Vooral bij monumenten, oudere gevels, gevels waarbij de voeg eerder uit zavel bestaat, gevels met sterk verweerde en poreuze bakstenen, … is het eerder aan te bevelen voegwerken te herstellen of te vernieuwen met aangepaste kalkhoudende voegmortel.
Door de voegwerken uit te voeren met een kalkmortel kunnen de verschillen in spanningskracht worden beperkt.
Een kalkmortel is ideaal voor de restauratie van een gevel
In vergelijking met cement is een kalkmortel minder stijf. De kalkmortels zijn hierdoor beter beschermd tegen vriestemperaturen, terwijl de flexibiliteit van de mortel de gevel beter beschermt tegen allerhande trillingen door bv. verkeer, aardbevingen, werken in de omgeving, enz …
De relatieve waterdoorlaatbaarheid van de kalkmortel zal een klein deel van de kalk doen oplossen en zich vervolgens doen afzetten in de kleine haarscheuren. Hierdoor herstellen de kleine haarscheuren zich gedeeltelijk en zorgen ze voor extra stabiliteit.
De voegmortel is vochtongevoelig, dampdoorlatend, waterwerend en vochtbestendig.
De voegenmortel kan uiteindelijk van een hydrofoberende samenstelling worden voorzien of er kan worden gekozen om eindelijk de volledige gevel van een hydrofuge te voorzien. De hydrofuge zal de gevel uiteindelijk nog meer waterwerend maken en ongevoelig voor mossen en vuil.
